Op het etiket van een fles Bourgogne staat de nodige informatie. Vaak om de kwaliteit en herkomst van de wijn aan te duiden, maar natuurlijk speelt ook marketing een rol. Het woordje ‘Bourgogne’ op een fles wijn doet het nu eenmaal goed. Toch zegt dit woordje eigenlijk maar heel weinig. In de Bourgogne draait het namelijk om appellaties: een classificatiesysteem om de herkomst van wijn te duiden. Staat het woord ‘Bourgogne’ groot op het etiket? Dan betreft het vaak een generieke wijn die uit heel de provincie kan komen. Kijken we naar de meest prestigieuze wijnen, dan prijkt er vaak een andere naam op het etiket. Namelijk de naam van de (Grand Cru) appellatie. Laten we eens kijken naar de classificaties van Bourgognewijn.
We kunnen de Bourgogne appellaties zien als een piramide. We beginnen onderin de piramide.
1. Bourgogne (regionaal)
De basis van de piramide wordt gevormd door de generieke Bourgognewijnen. Deze wijnen kunnen worden gemaakt van druiven uit de hele regio. Er is dus geen specifiek dorp waar ze vandaan hoeven te komen. Deze wijnen komen het meest voor. Ruim de helft van alle Bourgognewijnen valt in deze regionale classificatie. Deze ‘gewone’ Bourgognes zijn over het algemeen het best betaalbaar. Uiteraard met een paar uitzonderingen. Want als een beroemde wijnmaker ze maakt, zijn ze gewoon duur. Zo maakt Coche-Dury de ‘gewone’ Bourgogne wijnen ook en dan zijn ze al snel een paar honderd euro per fles.
2. Village
Wat hoger op de piramide staan de “Village” wijnen. Deze wijnen komen uit specifieke dorpen of gemeenten binnen de Bourgogne, zoals Gevrey-Chambertin, Meursault, of Chablis. De naam van de wijn verwijst dan eigenlijk gewoon naar het dorp waar de druiven vandaan komen. Elk dorp heeft zijn eigen karakteristieke smaak die herleidbaar zou moeten zijn naar het terroir. Deze “Village”wijnen zijn vaak wat duurder dan de regionale Bourgognes en kunnen al wat meer complexiteit prijsgeven. Bijna 40 procent van alle Bourgognes valt binnen deze classificatie.
3. Premier Cru
We komen nu aan in de subtop van de piramide. En daarmee worden de wijnen ook gelijk zeldzamer. Wijnen met een Premier Cru classificatie zijn goed voor zo’n 10 procent van alle Bourgognes. Premier Cru zijn wijngaarden binnen “Village” appellaties die jaar in jaar uit een zeer hoge kwaliteit leveren. Het gaat dus om kleine plotjes binnen een appellatie. Zo kent Chablis de nodige Chablis Premier Cru’s. Deze wijnen zijn vaak wat complexer en verfijnder dan “Village”wijnen en vertegenwoordigen het unieke terroir waarop de druiven staan aangeplant.
4. Grand Cru
Nu komen we aan bij de top van de piramide. De 1 procent. Het gaat om Grand Cru. Wijngaarden die geroemd worden om hun excellentie. Dit is een exclusief clubje waaraan geen nieuwe leden worden toegevoegd. Al sinds jaar en dag staat het aantal Grand Cru’s op 33. Waarvan ze bijna allemaal in de Côte-d'Or liggen, en nog eentje in Chablis. Grand Cru-wijngaarden zoals Romanée-Conti, Montrachet en Chambertin produceren wijnen die wereldwijd worden geprezen om hun ongeëvenaarde diepte, complexiteit en bewaarpotentieel. Ze zijn zeldzaam en vaak zeer prijzig. Als een gerenommeerd wijnmaker een Grand Cru maakt, kunnen prijzen door het dak gaan. Voor een Romanée-Conti La Tâche kan eenvoudig 3000 euro worden betaald.
De Bourgogne is een lappendeken van appellaties, en uiteraard beïnvloeden die appellaties de prijs. Maar staar je nooit blind op alleen een appellatie. Uiteindelijk heeft de wijnmaker de grootste invloed op de wijn. Een generieke Bourgogne van een getalenteerde wijnmaker is beter dan een Premier Cru van een middelmatige.