Champagne is zonder twijfel een van de meest geliefde en bekende mousserende wijnen ter wereld. Zoals je waarschijnlijk weet zijn er verschillende soorten druiven die aan de basis staan van de champagne. Tegenwoordig mogen er officieel in totaal zeven soorten gebruikt worden. Bij de meeste champagnes is er sprake van een mix (assemblage) van twee of meer van deze druivensoorten. Afijn, hieronder lees je meer over de druivensoorten voor champagne.
Chardonnay
Al eeuwenlang wordt de chardonnaydruif aangeplant in de Champagneregio. Deze druif is sowieso gezegend met een sterk aanpassingsvermogen, maar in de kalkhoudende bodems van de Champagne doet deze het al helemaal goed. Champagnehuizen voegen vaak chardonnay aan een druivenmengsel toe om de uiteindelijke champagne een frisse afdronk te geven. Verder bestaan er champagnes die louter van chardonnay zijn gebruikt. Deze worden vanwege de kleur ook wel blanc des blancs genoemd, en zijn vanwege hun lichte smaak uitstekend geschikt als aperitief.
Pinot Noir
In tegenstelling tot de chardonnay is de pinot noir een blauw druivenras. De pinot noir gedijt uitstekend in het gematigde klimaat van Noord-Frankrijk, waardoor deze precies op het juiste moment rijpt. Deze druif geeft vervolgens een zachte, elegante en lang aanhoudende smaak aan de uiteindelijke drank. Interessant is dat de pinot noir op verschillende plekken op een andere manier verder is gemuteerd. Daardoor kunnen er subtiele smaakverschillen bestaan tussen de pinot noir druiven van verschillende champagnehuizen.
Pinot Meunier
Ook de blauwe pinot meunier druif wordt veelvuldig gebruikt, zij het (vanwege het wat moeilijkere rijpingsproces) minder dan de pinot noir. Dat de pinot meunier moeizaam rijpt leidt ertoe dat deze druiven weinig worden gebruikt voor exclusieve (mousserende) wijnen die men eerst lang laat rijpen voor ze te koop aan te bieden.
Een groot voordeel van de pinot meunier is daarentegen dat deze makkelijk te telen is, ook omdat deze druivenplant nauwelijks gevoelig is voor extreme weersomstandigheden zoals vorst. Kenmerkend aan pinot meunier druiven is verder dat deze een uitgesproken fruitige smaak meegeven aan de champagne.
Andere druivensoorten
De drie druivensoorten die we hierboven hebben beschreven worden veruit het vaakst gebruikt door de champagnehuizen. Zoals gezegd zijn er dus nog vier andere soorten druiven die men officieel mag gebruiken. Dit zijn de volgende vier:
- Pinot blanc. Dit is een sterke druivensoort die enige gelijkenissen vertoont met onder meer de pinot noir. Zo kan de pinot blanc goed tegen nachtvorst en is het weerbaar tegen ziekten die onder planten leven. Deze druiven geven een zachte en een enigszins frisse smaak aan wijn.
- Arbane. Ook dit is een wit druivenras met druivenstokken die wel tegen een stootje kunnen. Een nadeel aan arbanedruiven is echter dat deze vrij kleine opbrengsten realiseren en dat de noordelijk gelegen Champagnestreek eigenlijk niet enorm geschikt is voor de teelt hiervan. Wel kan arbane een fijne aromatische smaak meegeven aan de champagne.
- De pinot gris is een druif die in Frankrijk volop gecultiveerd wordt. Pinot gris druiven bevatten veel suiker en weinig zuren, iets dat je in de latere champagne ook terug proeft. Het telen en oogsten van pinot gris is niet de makkelijkste taak. Deze soort kent namelijk trossen met een hoge druifdichtheid, waardoor schimmels en rotting op de loer liggen.
- Tenslotte is er nog de petit meslier. Deze druiven worden eigenlijk nog maar zelden gebruikt. Champagnes die nog wel petit meslier bevatten krijgen daardoor een wat drogere smaak.